Het zichtbaar denkende wezen
vrijdag 28 februari 2020Ik houd ervan de denkende mens te zien. Het denken dat zich openbaart in het plotseling omdraaien. Eerst: een anonieme voorbijganger, iemand met wie je niets deelt behalve de ruimte op de stoep. Dan: het moment van plotseling omkeren. Misschien is hij zijn sleutels vergeten, een tas, in elk geval iets dat belangrijk genoeg is om abrupt voor om te moeten draaien. Precies op dat moment zijn gedachten zichtbaar aan de buitenkant, krijg je een kort inkijkje in iemands hoofd.
Een zondagse wandeling in het vliegenbos, het minibosje in de grote stad. Een mooie witte hond loopt achter zijn baasjes aan, een man en vrouw die me steeds vriendelijk groeten als we elkaar weer tegenkomen. Omdat het bos zo klein is dat je het nauwelijks een bos kan noemen, val je al snel in herhalingen. Ze slaan een zijpad in, weg van het geasfalteerde pad. De hond blijft staan. Kijkt ze na. De man en vrouw kijken niet achterom en lopen door. De hond staat daar een poosje terwijl zijn baasjes zich verder van hem verwijderen. Dan draait hij zich om, pakt zijn stok die een stukje terug op het pad ligt. Met de stok in zijn bek rent hij zijn baasjes achterna, die zich onbewust zijn van zijn innerlijke tweestrijd.
Dat moment bestaat dus ook bij dieren. Dat je het nadenken kan zien. Er moet een moment van besef zijn geweest: ze gaan een ander pad in, ze kijken niet even om het hoekje en komen dan weer terug, nee, ze lopen echt door, dus ik moet terug om mijn stok te halen. In dezelfde grootte belangrijk als sleutels of een tas.