i-sis i-ser (Isis is er)
zondag 30 september 2012En toen hadden we er zomaar nog een. Ik dacht dat ik al mijn liefde al had weggegeven. Dat ik nooit genoeg zou hebben voor nog een. Bij voorbaat had ik al medelijden met de gedoemde tweede. Maar het bleek niet nodig. Ik stroom weer over van liefde. Het verschil met de eerste keer: ik ben me nu bewust van de o zo tijdelijkheid van deze babyfase, en alle andere daaropvolgende fases. Waar ik eerder dacht voor eeuwig een baby te hebben, voor eeuwig achter een wagen te lopen, voor eeuwig luiers te verschonen, nu ken ik de eindigheid ervan.
Daarom probeer ik opnieuw de tijd te pakken te nemen. Mij krijg je niet, zeg ik, en ik druk mijn nieuwe baby stevig tegen me aan. Ik knijp en kus haar wangetjes, ik ruik aan haar haartjes, ik voel haar dikke babyplooitjes.
Die plooitjes, die waren er eerst nog niet. De haartjes zijn al minder zwart dan eerst. Haar wangetjes stukken dikker. Ik probeer het zo hard, maar het lukt niet. Haar voetjes passen al niet meer in het pakje, en zelfs de maat erna zit strak. Ik houd haar vast, maar ze worstelt zich onder mijn handen vandaan en het lijkt alsof ze met de dag meer centimeters inneemt. Het is weer ademloos toekijken om niks te hoeven missen.