Vreemde klanken
woensdag 22 april 2009Eerst hebt je de oma die achter de kinderwagen ‘daar varen de scheepjes voorbij’ voor haar kleinkind zingt. Dan heb je de jongen die je inhaalt op de fiets terwijl hij meezingt met zijn i-pod, maar je kan niet horen wat hij zingt. En alles overstemmend heb je tot slot nog dat rare orkest.
Eerst dacht ik dat er een boot langskwam. Ik zag vreemde lampen boven de gebouwen uitsteken, hoorde door de wind misvormde klanken en dacht aan een feestje op het water. Maar bij nadere inspectie bleek dat op de kop van het eiland een orkest stond te oefenen. Een heus orkest. De vreemde lampen waren lichtinstallaties, er stonden geluidswagens opgesteld. Hekken verhinderden al te nieuwsgierige bezoekers dichterbij te komen. Alleen ik stond er.
Het orkest bestond uit blaasinstrumenten, ik herkende voornamelijk veel trompetten. De muzikanten stonden in een paar rijen op tribunes, en een van hen stond bovenop een hoog bouwwerk. Vooraan stond een dirigent. De muzikanten brachten geen melodieën voort, maar stootten klanken uit. Het deed nog het meest denken aan het oefenen van de sirene op de eerste maandag van de maand. Waar ik eerst nog dacht aan door de wind misvormde klanken, nu bleek dat er niets misvormds aan was. De klanken gingen omhoog en omlaag, hielden even een bepaalde toonhoogte aan, om vervolgens weer tegelijk te dalen of te stijgen. Het was surrealistisch, dit publiekloze optreden, een oefening in tonen.
De volgende dag is het orkest nog altijd niet klaar met optreden – maar kun je het wel optreden noemen als er geen publiek is? Door de nacht dringen de vreemde klanken het huis binnen.