Over dieren

woensdag 11 maart 2009

Het is boekenweek. Op tv dezelfde oersaaie schrijvers, weer wat rimpeliger dan het jaar ervoor, een nieuw boek geschreven of al jaren terend op dezelfde titels, en wat zijn ze allemaal in hun schik met hun dier.

Ik had een rat. Soms ging Retz mee naar buiten en verstopte zich in mijn decolleté. Ik was geen punk, droeg geen zwarte kleren met gaten en kisten. Gewoon hakken en strakke truitjes. ‘Iehbah’, zeiden ze soms. ‘Dat is een mooi plekje om te zitten’, zeiden anderen. Voorspelbaar het geslacht.

Retz is al een jaar of zeven dood. Aan het eind van zijn leven was hij erg bejaard en behoefig geworden, schurftig. Ik heb ‘m zelf begraven op een koude dinsdagochtend in april in het Oosterpark. Met een lepel. De grond was hard. De lepel hield niet van graven, stribbelde tegen, dreigde met ombuigen. Ik moest een trein halen. Liefdevol legde ik Retz  in het vrij ondiepe gat. Er liep niemand langs het pad dat ik had uitgekozen. Wel ging twee keer mijn telefoon.

Na een paar weken betrad ik het park weer eens om aan een vriendin, die ook goed bevriend was geweest met Retz, het grafje te tonen. Op de plek waar het graf ongeveer gedolven was, keek ik zoekend rond,  zocht een herkenningspunt. Toen herkende ik, en op datzelfde moment werd ik hard meegetrokken door de vriendin. Ook zij herkende. Niet langer in het ondiepe grafje, maar voor ons op het pad, keek Retz ons nog een keer aan. *

——————————————————————————————————————————

* Ik zou meer verhalen over Retz kunnen vertellen.
– Zoals over die keer dat hij bijna uitgedroogd was op een hete zomerdag en hij mee was in de trein (in een hokje, dat wel). Ternauwernood redde ik ‘m het leven door ‘m water uit mijn hand te laten drinken.
– Of over die keer dat hij ontsnapt was –  hij was al in de winter van zijn leven en kouwelijk aangelegd –  en warmte had gezocht bij de kachel. Daarna waren z’n haartjes voor een deel verschroeid.
– Hoe hij altijd op z’n achterpootjes zat als ik thuiskwam en wachtte tot ik het hok opende.
– En hoe hij stiekem de hele achterkant van de bank eruit had geknaagd zodat de bank op een goede dag geen achterkant meer had.
– Of gewoon over hoeveel liefde ik bezat voor mijn rat.

6 reacties:

  1. Victor:

    Retz is mijn favoriete knaagdier aller tijden. Ook al heb ik haar maar een paar keer gezien. En ook al heeft ze toen een keer op mijn hand geplast.

  2. IMS:

    @ Mijmerlijn: ieuw! Volgende keer toch maar een fatsoenlijke schop meenemen… Ik ben trouwens wel benieuwd waarom je daarna voor een kat hebt gekozen in plaats van een rat?
    @ Victor: misschien was dat ook wel om haar (zijn?) affectie aan jou te tonen?

  3. Anoniem:

    o wat doet dit verhaal me denken aan een liedje van Maarten van Roozendaal uit zijn laatste programma, over een jongetje dat zo graag een hondje wil maar daar heeft vader geen geld voor dus hij krijgt een rat want die wonen onder de huizen van de stad. Een droevig einde overigens…

    http://elsjesemoties.blogspot.com/2009/02/wat-ben-je-toch-een-schat.html

  4. elsje:

    dat was ik dus…

  5. maria:

    kennen jullie “Ommetje met mijn mol” van Kees Torn?

    Ik heb het hem een keer horen zingen; onvergetelijk.

  6. Ratz:

    Ja wat een lief diertje was het. Ik zal hem nooooit vergeten!
    Jou ook niet plijn; fijne verjaardag!
    X
    Ratz

Plaats een reactie