Van een rustige reis
zondag 18 januari 2009Er heerste rust in de trein die om 20.46 uur uit Zwolle vertrok. De stoelen waren zacht en blauw. We keken uit het raam of lazen. Het licht was van een zacht soort, niet dat onbarmhartige felle uit de dubbeldektreinen. In het raam zagen we onze eigen weerspiegeling, voorzien van zachte contouren. We leken goede mensen in het raam, zachtmoedig.
Aan de andere kant van het gangpad lag een groot formaat hond op schoot bij zijn baasje. Het baasje las een boek. Er klonk wat zacht gepiep en het was niet geheel duidelijk of het de dromende hond was, of de trein die vaart minderde. Een bankje verder zat een ouderwets type student. Hij was blond en op zijn snavelachtige neus droeg hij een klein, ovaalvormig brilletje met een zilverkleurig montuur. Hij las een boek dat Gomorra heette.
Twee keer moesten we overstappen. Dat vonden we wel vaak voor zo’n kort stukje, maar we schikten ons in ons lot en zonder morren stapten we de kou in om aan de andere kant van het perron op de aansluitende trein te wachten.
Aansluitende trein. Op de heenweg hadden we er nog schamper om gelachen. We hadden twee minuten overstaptijd gehad en moesten in die tijd een trap op en af zien te rennen. De aansluitende trein was al weggereden voor we goed en wel weer beneden stonden. Het was niet helemaal onverwacht, dus we hadden slechts zachtjes, berustend, wat voor ons uitgevloekt.