Gewoon neerslaan

zondag 9 november 2008

Hij verstoorde ons gevoel van orde, van netheid, van de dingen onder controle hebben. We stonden in de rij met gezichtscrème, shampoo, deodorant of out-of-bed-look-gel. Wij moesten ernstig ons best doen om ons haar te creëren in de onuitgeslapen stand. Hij niet.

Zijn haar was grijs, krullig, te lang en er was al in geen tijden een kam doorheen gegaan. Hij droeg een joggingbroek met gaten, die een stuk buik onbedekt liet. En hij had pijn. Hij zocht pillen en vroeg een Kruidvatmeisje om hulp. Ze zocht in de schappen maar wist duidelijk niet wat hij nodig had, al durfde ze dat niet tegen hem te zeggen.

Het pillenschap was halverwege de rij, en om de man heen vormde de rij een grote lus. Met ongemakkelijke lachjes keken we elkaar aan. ‘Je weet het niet he?’  zei de pijnlijdende man. Om niet nog langer in haar eentje voor hem verantwoordelijk te hoeven zijn, moest ze nu wel toegeven dat ze maar wat deed en ze probeerde een collega te strikken. ‘Misschien weet zij het.’ Maar zij schudde al driftig haar hoofd vanachter de kassa. Laat-me-er-bui-ten.

De producten die mij het leven lieten leiden van een aangepast burger (wat in de basis neerkomt op: niet stinken), werden afgerekend door een jongen.  ‘Of je slaat ‘m knockout’,  zei hij. Even dacht ik ‘m niet goed verstaan te hebben. ‘Gewoon neerslaan. Zeggen we niks tegen de ambulance en dan krijgt ie op de eerstehulp wel wat ie nodig heeft.’

Hij keek me aan en hoopte bijval te vinden. Zijn rode Kruidvat-overall maakte dat hij op een Amerikaanse gevangene leek, gevangen in angst.

2 reacties:

  1. Alexander:

    Eigenaardig maar fascinerend verteld verhaaltje.

  2. maria:

    GEWELDIG !

Plaats een reactie