Archief van oktober 2008

Vissen in de lucht

woensdag 22 oktober 2008

De score van een week opgemaakt: geen winkelwagentje aangeraakt.

Maar er is ook nog een brug die aan een kant geflankeerd wordt door vissen op stelen. Luchtzakken die gevuld met wind de vorm van vissen aannemen. Eerste vereiste voor dit kunstonderdeel is dus de wind. En het tweede: wij weer. Doe er mee wat je wilt, zegt het bord aan het eind of begin van de brug. Maar wat willen we? De meesten van ons willen niks. We vinden het wel goed zo. Laat die vissen maar naar adem happen boven in de lucht.

Toen, op een hele vroege ochtend, tussen nachttrein en bed in. Eindelijk eens een impuls. Eindelijk eens iets anders dan het lethargische langsfietsen; heen in de ochtend, terug in de middag. Altijd alleen maar onderweg zijn.

Vanaf mijn bank kan ik nu buiten een vis zien wapperen op het dakterras. Eindelijk ontwaakt.

Kunst om mee te doen

dinsdag 14 oktober 2008

Op mijn route is nu al een maand of twee doe-kunst. Kunst die pas kunst wordt als voorbijgangers er zich mee bemoeien. Maar wij doen niet mee.

Op een ochtend zag ik bomen uitgeladen worden uit een auto van een bomenkweker. Toen ik eind van de middag weer langskwam, stonden de bomen in winkelwagentjes. Grappig, dacht ik, zoals je denkt als je iets ziet dat niet alledaags is maar nog niet per se lachwekkend of wereldschokkend hoeft te zijn.

Een andere dag waren mensen bezig geweest met stukken plastic in een hekwerk te frummelen . Ik zag de bedoeling er niet van, maar niet alles hoeft een bedoeling te hebben. Ze stopten voordat het hek helemaal bedekt was, en het hek stond er wat ongemakkelijk bij in de open ruimte, zonder zijn functie van omheining uit te oefenen.

Ook lag er op een dag geld op de grond. Heel veel geld, maar alleen centen. Het geld lag in een bepaalde vorm die je alleen kon zien op de luchtfoto die later in de krant stond:  Obsessions make my life worse and my work better.

De bomen in de winkelwagentjes moeten wij in een bepaalde vorm zetten, zodat we ons eigen bos creëren. Het hekwerk moeten we zelf afmaken door het verder te bedekken met gevonden plastic, tenminste, dat denk ik. En het geld mogen we pakken. Of laten liggen, of er andere woorden mee vormen.

Maar de bomen zijn aan het doodgaan, ze zien er herfstig uit, droog en dor. Nooit verplaatst iemand een winkelwagentje. Het hekwerk staat erbij als een hek op een festivalterrein na drie dagen feesten. En het geld was de dag erna al verdwenen; opgeveegd door de politie die het werk wilde ‘beschermen’ en de essentie van de kunst niet had doorgekregen.

Morgen ga ik een winkelwagentje verplaatsen.

Herfst

zaterdag 4 oktober 2008

Hier ben ik een vreemdeling. Albert Heyn heet hier Golf en er is geen gember, ook geen limoenen. Tijdens het boodschappen doen maken de mensen buurtpraatjes met elkaar, hoe is het met de verbouwing, en met de rug van Henk?  Ze kijken nieuwsgierig mijn kant op.  Veel vrouwen hebben vettig haar in een paardenstaart boven op hun hoofd gebonden. Ernaast lopen mannen met sjekkies in hun mondhoek.

Ik fiets tegen de harde wind in en denk sinds lange tijd weer eens aan handschoenen. Links en rechts strekt de polder zich uit, er is geen einde, wat kerktorens en boerderijen doorbreken het zicht. Ik voel me een scholier die dagelijks twintig kilometer tegen de wind in fietst, berustend, de armen over het stuur gebogen. Een ouder stel fietst harder dan ik. Zij houdt hem aan zijn arm vast. Ze groeten, zoals iedereen hier elkaar groet.

SRV-wagens zijn in dit gebied nog levensvatbaar. Groente en vis tot de deur gebracht. De visman declameert door de luidspreker zijn repeterend lied: ‘garnalen, zure haring, makreeeeluh’. Eerst haal ik hem in, dan haalt hij mij in.  Bij sommige huizen staan houten kraampjes waar zakken hout te koop zijn, groentes en aardappelen.  Iemand verkoopt regentonnen met fonteintjes erop.

Het hanghok is leeg. Het is een blauwgeschilderde overkapping met een oud bankstel. In de zomer luistert de plaatselijke jeugd er naar harde muziek en praat over brommers en auto’s. Die hebben jongeren hier al vroeg. Een paar straten verderop staan twee jongens in een overal naar hun vriend te kijken die in het skelet van een auto rijdt. Geen ramen, geen deuren. ‘Hai’, zeggen ze.

Het is echt heel erg herfst.