Babyvet
maandag 28 januari 2008Dat ze jong was, zag ik wel. Maar dat ze zó jong was, dat verbaasde me toch. ‘Volgend jaar krijg ik een ov-kaart, ik ben in november jarig.’ Ik was vijftien toen dit meisje geboren werd.
‘Hoe moet ik antwoorden?’ vraagt ze. Ik weet niet direct wat ze bedoelt. ‘Beste puntjepuntje, dank u voor uw reactie, zoiets?’ Maar dat bedoelt ze niet. ‘Nee, de replyknop, waar zit die? Bij hotmail is dat heel anders.’ Ze vindt helemaal uit zichzelf de juiste toets en mompelt zachtjes ‘vet’.
Ze volgt een communicatieopleiding aan een roc en ze loopt de komende drie maanden hier stage. Het is erg stil vandaag en het is niet helemaal duidelijk wat ze vandaag voor klussen kan doen. Ze moet dit dodelijk saai vinden. Ik vraag hoe ze hier terecht is gekomen. Ze praat wat plat Nederlands, met een noordhollands dialect. ‘M’n vader rijdt de baas hier, hoe noem je dat, die hier voorzitter is. En hij zei dat hij wel kon proberen om een stage voor me te regelen hier.’ Ah, ik snap het. Haar vader is de chauffeur van de collegevoorzitter voor wie ik afgelopen vrijdag een presentatie moest voorbereiden. ‘Moet je ook een stageverslag schrijven?’ vraagt mijn collega. ‘Eh neu, weet ik niet, hebben ze niks over gezegd in elk geval. Ik zal het vanmiddag eens vragen.’ ‘O, moet je vanmiddag weer op school zijn?’ ‘Nee, op de msn ofzo.’
Aan het einde van de dag wordt ze wat losser en durft ze zelf ook wat te vragen. In wat voor buurt in Amsterdam woon ik, ‘wel in een goeie buurt?’ want een aantal vrienden van haar wonen ook in Amsterdam en eigenlijk is Amsterdam een en al achterstandswijk. ‘Overal die allochtonen, alleen op de grachten heb je ze niet, dat kunnen ze niet betalen.’ Ik zeg dat het grootste deel van de Nederlanders dat niet kan betalen. ‘Ik later wel hoor, ik ga vet veel verdienen.’
Ze trekt haar jas aan over een te krap shirtje dat haar vetrolletjes mooi accentueert. Samen lopen we naar de trein en onderweg vertelt ze wat ze zondag gedaan heeft: een halve wijk gelopen. Weer moet ik om uitleg vragen. ‘Ik breng folders rond, maar ik dump vaak de helft ergens, haha, dan heb ik echt geen zin meer, zo ben ik wel!’ Dit weekend werkt ze voor het laatst in het Kruidvat, en dan moet ze een ander bijbaantje vinden. ‘Misschien kan ik in de keurslager werken, maar dat is zwart en komt dus niet op m’n cv, das wel jammer.’
In Haarlem stapt ze over op de trein naar Uitgeest. ‘Tot morgen’, zeggen we.