Er klinkt gerochel aan de overkant

donderdag 19 juli 2007

Hij rochelt de hele dag. Dat zou ik geen probleem hebben gevonden als het gerochel aan de andere kant van de wereld plaatsvond. Maar helaas bevindt het gerochel zich in de tegenoverliggende kamer. Door de opendeurcultuur lijkt dat nog dichterbij. Het is geen gewoon keelschrapen zoals je ‘s ochtends doet na een nacht waarin de stembanden tot rust zijn gekomen. Dit komt van veel dieper en het gaat de hele dag door. Soms klinkt na het gerochel het geluid van het overboord zetten van de overtolligheid. Maar waarin? Heeft hij een speciaal bakje voor dit doeleinde staan? Op de vloer?

Zijn stem is op z’n zachtst gezegd opmerkelijk. Hij heeft een veel te hoge, schorre stem die klinkt als Pingu, de pinguin van klei. Hij komt uit Sri Lanka en spreekt Engels, bijna onverstaanbaar vanwege die stem. Vaak voert hij lange telefoongesprekken in het Srilankees met een grote koptelefoon op. Soms trekken we onze deur dicht, maar liever zouden we zíjn deur demonstratief willen sluiten als het gerochel weer klinkt. ‘Durf jij? Ik niet’, zeg ik. Als hij nou Nederlands was geweest…Maar nu zou het vast lijken of we hem discrimineren, want hij ís al zo raar met dat stemmetje van hem.

En zo discrimineren we hem nu:  door zijn deur open te laten, geen commentaar te geven op de onsmakelijke gewoonte en door het lijdzaam ondergaan van het gerochel.

Plaats een reactie