Schaamte en verontschuldiging

donderdag 10 mei 2007

Ik herkende het. Herkende de situatie.

Er was weer eens een projectgroep met personen die ik voor de eerste keer de hand schudde. Het eerste wat hij zei was niet zijn naam, maar ‘mijn waterflesje is ontploft’ en hij hield een halfleeg flesje voor zich ter illustratie. Ik zag niets aan hem, maar hij zat er mooi mee. ‘De helft zit over mijn kleren’. Later, toen de vergadering op het punt van beginnen stond, vroeg ik wat men wilde drinken. De ontplofte waterflesmeneer zei het nog een keer, nu temidden van alle aanwezigen: ‘Water hoef ik in elk geval niet, want dat zit allemaal al in mijn kleren.’ Nog steeds zag ik niks, maar ik snapte hem heel goed.

Want die keer dat ik bij een sportles mijn joggingbroek aantrok, toen was het kruis van die broek nat. Door een lekkend waterflesje in mijn tas. Maar ik móest die broek wel aan want in spijkerbroek die oefeningen doen, dat kon echt niet. En toen wilde ik aan iedereen die ik zag, zeggen: mijn waterflesje heeft gelekt. Dus denk niet dat er wat anders aan de hand is. Zoveel mogelijk mensen moesten het weten.

Nog steeds weet ik zeker dat er mensen zijn die mij herkennen als dat meisje dat in haar broek had geplast.

3 reacties:

  1. Plien:

    Vooral de Pink Panther kan het zich vast nog goed heugen.

  2. Ina:

    Voor de variatie heb ik deze dan nog voor:
    Ik haalde een kletsnatte stinkende zevenjarige uit zijn eigen nylon tentje. “Ik heb zo gezweten!”

  3. Lotte:

    Ik ben het meisje waarbij tijdens haar saxofoonles haar tampon uit haar broekzak viel, terwijl ze nog maar 11 was. Ook sneu. Ik begrijp je!

Plaats een reactie