The eighties revisited
vrijdag 23 februari 2007Ik sta boven in Paradiso en leun over de balustrade. De kale hoofden in het publiek zijn veelzeggend. De buiken zijn ronder, de vrouwen zijn  ‘vrouwen’ en geen meisjes meer. Er zijn zelfs meegebrachte kinderen aanwezig: ‘Kijk jongens, dit vonden papa en mama nou mooie muziek.’
En daar staat ze dan na al die jaren. Ze oogt jong en meisjesachtig; blond, hoge (botox?)wangetjes, een schattig neusje en een open blik. Ze draagt een strak zwart shirt met een doodshoofd op de achterkant dat, ik geef het toe, geen twintigjarig lichaam omhult. Een zwarte leren broek met aan een pijp vier kettingen, op de andere in zilveren letters ‘WILDE’. Ze begroet het publiek, kijk ik kan ‘stroepwaffels’ zeggen, en dan…ligt ze ineens op de grond. Niet ingestudeerd, maar geheel spontaan gestruikeld over een ijzeren richeltje dat de snoeren weg moet werken. Maar na haar jarenlange podiumervaring krabbelt ze dapper overeind, de band zet in, ze lacht naar het publiek en begint te zingen.Â
Soms vergeet ze een couplet. Soms zet ze te hoog of te laag in. Ze haalt een paar hoge tonen niet meer. Maar daar lacht ze om. Het publiek moedigt haar aan en klapt voor haar pogingen. Op de achtergrond komen oude krantenkoppen en foto’s voorbij: een jong blond meisje met zwart opgemaakte ogen en getoupeerd haar.
Haar stem klinkt aan het eind van het optreden verkouden: ‘Iedereen vraagt aan mij of ik de eighties geen geweldige tijd vond. Dan zeg ik altijd: ik vond het te gek, maar 2007 vind ik net zo leuk.’ En dan komt het nog één keer. Meisjes houden hun telefoontjes de lucht in om vriendinnen mee te laten luisteren, jongens nemen foto’s met hun mobiel. We dansen nu allemaal, we joelen, we zingen mee. We zijn geen kids meer. Maar allemaal houden we een beetje van haar. Ze blijft gewoon onze Kim.