Sauneren met oude heren

dinsdag 12 december 2006

Het saunagebeuren bevatte meerdere sauna’s: een citroensauna, een kruidensauna, een Turkse sauna, en een paar gewoon hete sauna’s zonder opsmuk. Het blijft iets raars: in het dagelijks leven zorg je er angstvallig voor dat niemand je te bloot ziet; de enige momenten waarop je een ander nog wel eens bloot kan aantreffen is in een kleedkamer bij het sporten. En dan nog draaien we ons kuis om naar de muur bij het uitrekken van de laatste kledingstukken. Maar stap een sauna binnen en iedereen loopt naakt rond alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Pomtiedom, kleren wat zijn dat, ik schaam me nergens voor, mijn lijf mag er wezen. Nou was dit in vele gevallen niet waar en ik voelde enige afkeer van menig lichaam om me heen. Veel te veel lijf aan een persoon, veel te veel vlees zonder functie. ‘Ga dan niet’, zal ik wel te horen krijgen mocht dit ooit aan mijn lippen ontsnappen. Maar ik was er nu toch.

In sommige sauna’s hingen stiltebordjes; daar mocht je niet praten. Zwijgend zat men te zweten en stiekem om zich heen te gluren in het halfdonker (tenminste, ik geloof gewoon niet dat alleen ik dat deed). Het voelde wat onwennig aan, juist door dat spreekverbod. Daar zaten we dan in stilte een beetje kruiden te snuiven in onze blootjes. Steevast als eerste mompelde ik ‘ik ga maar weer eens’ tegen zus. Op zoek naar de dompelbaden, en echt, al bijna niet meer bewust van mijn naaktheid.

Buiten vonden we een nieuwe sauna, een met uitzicht op de herfststorm en op de dapperen die zich buiten in het koude dompelbad waagden (wij ook!). Ik trok de deur open, wat elke keer weer spannend was omdat je vanbuiten niet naar binnen kon kijken. Deze keer troffen we geen stiltes, geen eenzame kruidensnuivende figuren, maar vooral veel oude mannen. Gezellig zaten ze naast elkaar op de onderste bankjes. Luid pratend: ‘Ga hier maar zitten hoor, ik ga er weer eens vandoor’, alsof ze met een borrel in een café zaten, maar dan naakt.

‘Wat waren we toen jong he’, verzuchtte er een. Een van de mannen heette Bas want hij werd steevast met ‘hee Bassie’ aangesproken. Er was een Jan, en nog een Jan. ‘En Tom, die was er toen ook bij, leeft ie eigenlijk nog?’ Bas of Jan, of Jan (er waren er meer dan drie maar ze rouleerden steeds zodat ik het zicht op wie wie was verloor) had zijn huis verkocht. Een niet onbemiddeld man nu, bleek, want ‘ik denk dat ik wel naar de vijf ton toe ga!’ Geen dikke sigaar, geen zijden sjaaltje onthulde zijn status. Hij ging verhuizen naar een appartement zonder trappen, met ‘alles in de buurt’. ‘En het vrouwtje ook blij?’ ‘Ja wat denk jij, anders zou ik het niet gedaan hebben hoor.’

Op een van de bovenste bankjes lag een oude man al geruime tijd languit op zijn rug. Ineens kreeg ik een Baantjer-titel in mijn hoofd: Baantjer en het lijk in de sauna. Die maandag liet niemand in de sauna het leven, maar wel zat ik ineens met een bebaarde man buiten in een bubbelbad. Wat misschien nog wel onverwachter was.

3 reacties:

  1. zustert:

    Haha, zo was het. Vooral jou in het bubbelbad aantreffen met die olijke baard was erg grappig. Overigens moet ik nu wel opbiechten dat ik zwijgen in de sauna wel fijn vind. En voor de geïnteresseerden onder ons, later was er wel bijna sprake van ‘Baantjer en het lijk in het dompelbad’, alleen ontbrak Baantjer (oke het lijk ook, ik zei bijna).

  2. Frientje:

    Daarom ga ik ook nimmer naar de sauna. Ik ben een beetje preutsch… En ik vind de dompelbaden te koud.

  3. Eiske:

    heb precies hetzelfde, ik hou helemaal niet van de sauna, of eigenlijk: heb het nog nooit geprobeerd, haha. Kan me niet vinden in het gezellig allemaal in onze blootjes rondlopen.!
    Als jij er maar blijft doen Lijn, want daar komen leuke verhaaltjes van!

Plaats een reactie