(Geen) fietslicht in de duisternis #2

maandag 6 november 2006

We schrijven ruim een week na het fietslichtincident. In die week heb ik nieuwe fietslampjes gekocht. De houdertjes zijn opnieuw bevestigd. De avond van het regenpak stond ik in de stromende regen woest te trekken aan de lampjes om ze uit hun houdertjes te schuiven. Bij de voorste lukte dit in het geheel niet, de achterste trok ik stuk.

De locatie is wederom de supermarkt. Ik ben er deze keer helemaal bij. Niks geen afwezigheid, ik ben de Alertheid Zelve. Daardoor valt het me gelijk op dat twee kleine jongetjes om zich heen spieden. Ik zie ze wijzen naar fietsen, waarschijnlijk naar losse lampjes. ‘Nee man, die fiets is van…’ meen ik er een te horen zeggen. Nu zit ik met een dilemma. Want ik krijg mijn voorste lichtje er nog steeds niet af. En weer kan ik niet bewijzen dat deze jongetjes daadwerkelijk van plan zijn lampjes te gaan jatten. Moet ik ze bij voorbaat beschuldigen en zeggen ‘van mijn lampje blijf je af?’ Weer vind ik dat te ver gaan. Ik haast me expres niet, doe alsof ik nog iets uit mijn tas moet halen en blijf langer staan dan nodig. Toch moet ik ooit de winkel binnen. Zonder lampje. Ik waag de gok en kijk nog een keer achterom.

Gejaagd loop ik de winkel door. Ik wil zo snel mogelijk weer buiten zijn om te zien dat mijn voorgevoelens niet kloppen. Er bestaan toch ook nog gewoon lieve jongetjes? Een ervan, de schattigste van het stel, zie ik in de supermarkt lopen. Ziejewel, denk ik, ze moesten gewoon boodschappen doen.

Twee stappen voordat ik de schuifdeur door ben, word ik aangeklampt door een man. Hij laat me in sneltreinvaart foto’s van martelingen in Iran zien, politieke gevangenen in een kale cel, ophangingen, verkrachtingen, laat ons zorgen dat dit nooit meer gebeurt. Ik durf niet te zeggen dat ik weg wil. Ondertussen probeer ik naar buiten te kijken maar kan mijn fiets net niet zien. Ineens komt de man met acceptgirokaarten aanzetten. Ik schrik. Dit is niet de bedoeling. Ik wil de maatschappij in Iran heus heel graag helpen maar zo? Dan moet ik ook nog kiezen uit astronomische bedragen, vink maar aan, 50, 100, 200, meer? Ergens helemaal onderaan op zijn papier zie ik de optie 25 euro staan. ‘Mag die ook’, hoor ik mezelf vragen. ‘Ik vind 100 euro een beetje veel.’

De Iranier bedankt me. Ik loop naar buiten. Ik zie mijn fiets. Ik zie geen licht. Het houdertje is gebroken.

Alstublieft. Laat er een Iranier gered zijn.

4 reacties:

  1. Plien:

    Aaaah!
    Misschien moet je het lichtje voortaan aan een touwtje om je nek hangen?

  2. ed:

    Ik luister naar m`n vorige week gekochte soundtrack van “Once upon a time in the west“.
    Even zie ik Merlijn als de hoofdrolspeelster in een zelfde harde wereld.

  3. maria:

    Je bent te goed , Merlijn.
    Hou je lampje maar voortaan bij je.
    Bij mij op het werk is gisteren een schilderijtje gestolen.

  4. iamzero:

    Grote vraag is natuurlijk wat naïever is: jezelf voor de tweede keer laten beroven van een fietslampje of jezelf (laten) beroven van 25 euro.

Plaats een reactie