Mooie mensen in barre tijden

woensdag 16 januari 2008

Het was bar en boos weer. Om zo min mogelijk wind op te vangen liepen we voorovergebogen naar onze fiets, bus of trein die ons zo snel mogelijk naar onze veilige thuizen moest brengen. Omdat ik de dag ervoor mijn regenhoedje mee had toen het niet regende, had ik die vandaag niet mee. Natte slierten haar waaiden in mijn gezicht.

De trein was druk en ik had mijn tas al op schoot genomen als een te groot schoothondje. Een bejaard stel stapte op in Haarlem. ‘Goedenavond’, zeiden ze toen ze op het bankje tegenover mij gingen zitten.

Ik had mijn boek gepakt maar kon me er niet op concentreren: het bejaarde stel praatte met elkaar, maar niet alsof ze het gewicht van vijftig jaar huwelijk meetorsten. Zij wilde graag nog een keer naar Utrecht. Dat leek hem ook heel leuk, en zij zei ‘zullen we dat dan gelijk afspreken?’ Ze pakte haar agenda en zocht een dag uit dat ze beiden konden. Hij zei ‘als je een keer bij mij langskomt, kunnen we ook gewoon de auto pakken en erheen gaan.’ Zij zei dat hij ook wel weer eens bij haar mocht langskomen en keek hem lachend aan. In gedachte hoorde ik mijzelf eraan toevoegen ‘als een jong meisje’ maar dat vond ik afgezaagd en niet eens waar.

Toen waren de regen en de wind weer terug. Met moeite bleef ik op het fietspad, ik kwam gevaarlijk dicht in de buurt van een vrouw op de stoep. Vluchtig keken we elkaar aan met iets van een lachje. Bij het stoplicht, al bijna thuis, moest ik wachten voor rood licht. Drie mensen stonden er. Naast mij een man met een kind voorop. Hij zong voor het kind. Luid, zuiver, geen slaapschaapliedje maar een echt lied. Hij trok zich niets van ons aan.

Hij was daar en zong. Even leek het alsof alles nog mogelijk was.

2 reacties:

  1. Maria:

    Wat een mooie mijmerlijn.
    Verder geen commentaar.

  2. maxentia:

    Ha! Maar zo is het ook! Alles is mogelijk.

Plaats een reactie