De wereld als schouwtoneel

vrijdag 24 november 2006

Eindelijk weet ik hoe de wereld in elkaar steekt: zij is een theaterstuk, een schouwtoneel. En wij zijn allen figurant. Ook weet ik eindelijk wat de advertenties in de krant betekenen die mij tot voor kort een raadsel waren: Gestolen Rembrandt terug? Bel dan…

Het is allemaal een spel. En ik doe graag mee.

Hoe Enkele Raadselen Werden Opgelost

Het woord ‘personeelsuitje’ bevat niet veel goeds. Het herbergt de betekenis van een geforceerd samenzijn. Op een ludieke manier je collega’s leren kennen. Willen we dat dan? Laat ons maar lekker collega’s blijven, elk zijn eigen bureau, zijn eigen kamer; een collega heet niet voor niets ‘collega’ en geen ‘vriend’. Dat ik op de dag van het personeelsuitje, meer regen bij elkaar had ik in tijden niet gezien, zat te springen van plezier kan ik dus niet zeggen. Maar toch.

Het was een aandoenlijk toneelstukje, niveau Sinterklaas en Zwarte Piet. Het ons beloofde schilderij van Rembrandt, dat we in bruikleen zouden krijgen, bleek gestolen…

In groepen liepen we door de stad, op zoek naar de Gestolen Rembrandt. Met opdrachten konden we ‘losgeld’ verdienen en moesten we achter de plek komen waar de overdracht moest plaatsvinden. Ondertussen werden we gevolgd. Door wie wisten we niet, maar onze afperser belde regelmatig op waaruit zijn onzichtbare aanwezigheid bleek. Met andere ogen bekeken we de stad. Half toerist, half detective. Hij daar, met die aktetas die zo opvallend zat te bellen, was hij onze crimineel? Of die jongen met die rugzak, die wel heel nadrukkelijk niet naar ons keek? Iedereen kon in het complot betrokken zijn.

Nog nooit had ik de stad zo bekeken. Niet alleen kreeg ik wat toeristische kennis over Amsterdam tot mij die ik als bewoner niet eens had, ik had ook nog nimmer zo goed om mij heen gekeken naar mijn medemens. En iedereen leek van het spel af te weten. Want hoe kon het anders dat bij de opdracht koop een daklozenkrant een daklozenkrantverkoper in ijl tempo op ons groepje kwam afgerend met “Nog één krant! Het laatste krantje!” Wij waren de enigen niet die een diefstal probeerden op te lossen. Ineens vielen er ook andere dingen op hun plek. Die groepjes die ik wel eens op de Dam zag, het Wilhelmus zingend. Niks geen bachelorparty, niks geen provincialen die blij zijn eens de hoofdstad te zien. Gewoon een personeelsuitje, aanbeland bij de opdracht Zing het Wilhelmus staande voor een van de leeuwen.

Ook de tweedehandsboekverkopers in de Oudemanhuispoort hebben iets van hun romantische glans verloren. Niet van de zonderlinge professor die elke dag even tussen de boeken komt snuffelen; niet van de student die een niet-meer-leverbaar boek zoekt, leven zij. Nee, zij leven van de opdracht Zoek een zo oud mogelijk boek. Voor elke 50 jaar ontvang je 50.000 euro losgeld.

De draaiorgelman dan, is die dan wel echt? Leeft hij echt van die paar rammelende centen in zijn koperen bakje? Welnee. Hij leeft van de opdracht maak een foto van een van jullie die aan het orgelwiel draait. En gooi gelijk wat euro’s in zijn bakje, want we hebben geld voor onderweg meegekregen.

De daklozenkrantverkopers, de boekverkopers, de orgelmannen; ze spannen allemaal samen. Wij, de argeloze collega’s, zo bruut onze veilige kantoorhavens uitgelokt, worden gebruikt om de stad draaiende te houden, te laten zijn wat zij is voor toeristen. Gooi het gordijn maar open, dit is Amsterdam. Oud, tolerant, en o zo authentiek.

4 reacties:

  1. maria:

    “Deze wereld is niet de echte wereld” citaat van Hans Lodeizen.
    Is er wel een echte wereld.
    Het zijn onze ogen die de wereld scheppen.
    citaat Maria.

  2. kimos:

    wat een vreselijk idee, de wereld als personeelsuitje!
    een nachtmerrie, je hebt me een beetje misselijk gekregen op de zondagochtend, haha, ik maak mezelf maar snel wijs dat belgie anders is….

  3. Lotte:

    Laat ons maar lekker collega’s blijven, elk zijn eigen bureau, zijn eigen kamer; een collega heet niet voor niets ‘collega’ en geen ‘vriend’.

    haha, heel herkenbaar!

    leuk beschreven, orginele invalshoek!

  4. Klega:

    Maar M, ik wil wel vriendjes met je zijn! Mag dat, met sommige collega’s?

Plaats een reactie